Feedback, durf jij naar jezelf te kijken?

De laatste weken heb ik een aantal coachgesprekken met mensen gehad als onderdeel van een ontwikkelprogramma in een organisatie. Tijdens de gesprekken valt op hoe moeilijk het soms voor mensen is om persoonlijke thema’s te benoemen die belemmerend werken in hun persoonlijke ontwikkeling.

Soms hoor je mensen zeggen ‘Ik krijg nooit feedback van mijn collega’s of leidinggevende, dan ga ik er vanuit dat ik het goed doe’. Het is maar de vraag of deze aanname klopt. Er bestaat de kans dat mensen je in het verleden regelmatig feedback hebben gegeven. Als bij de ander het gevoel is ontstaan dat de feedback niet bij je aankomt, of dat je er niets mee doet, stoppen mensen met het geven van feedback. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je de feedback die je krijgt steeds weerlegt. Jij denkt dat je goed bezig bent, maar je omgeving denkt daar duidelijk anders over maar spreekt het niet meer uit.

Er zijn ook mensen die vanuit eerdere negatieve ervaringen een ‘muurtje’ om zichzelf heen hebben gebouwd. Deze mensen zijn voor feedback onbereikbaar geworden. Als je mensen niet toelaat, ze op afstand houdt, zal je ook weinig feedback ontvangen.

Maar waarom zou je elkaar lastigvallen met feedback?

Als je iemand geen feedback geeft onthoudt je de ander ook de mogelijkheid om zich te verbeteren.

Iemand feedback geven is dus niet iemand ‘stevig de oren wassen’. Het doel is iemand te helpen in zijn persoonlijke ontwikkeling, dat kan toch niet bedreigend zijn? Een organisatiecultuur waarin het gewoon is om elkaar feedback te geven levert energie op. Maar feedback geven en ontvangen begint bij jezelf, kun jij jezelf zien? Durf jij jezelf aan te kijken? Durf jij om feedback te vragen aan collega’s?

Als je feedback vraagt of krijgt ga dan niet in discussie, maar stel vragen. Door vragen te stellen krijg je een beter beeld hoe de ander je ziet. Neem de tijd om het op je in te laten werken en bepaal daarna wat je ermee wilt doen.

Je hebt drie mogelijkheden:

  1. Je krijgt van iemand feedback en je denkt uhm, dat punt herken ik bij mijzelf, daarin wil ik ook verbeteren. Maar het is blijkbaar nog steeds niet optimaal, ik wil met dit punt actiever aan de slag.
  2. Je krijgt van iemand feedback en je denkt uhm, dat punt herken ik niet bij mijzelf. Maar als het klopt zou ik het wel vervelend vinden, dan wil ik er wel mee aan de slag. Om duidelijk te krijgen of dit ook zo is, ga ik anderen vragen of ze dit punt bij mij herkennen. Zo ja dan wil ik er iets mee.
  3. Je krijgt van iemand feedback en je denkt, dat punt herken ik bij mezelf en dat wil ik ook graag zo houden. Je krijgt bijvoorbeeld als feedback, ‘ik vind je wat hoekig in de communicatie’. Dat is geen positieve feedback maar is ook niet wat je doorgaans van anderen terugkrijgt. De meeste mensen waarderen je directheid. Bij de persoon die je communicatie als ‘hoekig’ omschrijft mag je jezelf misschien wat minder sterk uitdrukken. Maar je directheid, die geef je niet op.

(meer…)

.